Schakel tussen Rijk en gemeenten
Provincies en andere overheden werken in een snel veranderende maatschappelijke omgeving die zich steeds meer ontwikkelt naar een netwerksamenleving. Provincies zijn de afgelopen jaren op een andere manier naar de ontwikkeling van de samenleving en de economie gaan kijken. Het geloof in de maakbaarheid van de samenleving en de oplossing van vele maatschappelijke problemen door overheidsoptreden is afgenomen. Er ontstaat een nieuwe balans tussen overheid, maatschappelijk middenveld en de private sector, gekenmerkt door nieuwe netwerken. De dynamiek van de netwerksamenleving vraagt om een interactieve en participatieve rol van de provincies. Wij laten ruimte voor intitiatief van inwoners, organisaties en ondernemers.
Maatschappelijke ontwikkelingen en opgaven zijn leidend en bepalen de inzet van de provincie. Dit betekent dat provincies over geografische en bestuurlijke grenzen heen kijken. Gemeentelijke, provinciale en nationale grenzen zijn ondergeschikt aan de maatschappelijke opgaven. Meer dan ooit zijn de opgaven op gebieden als stedelijke ontwikkeling, werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting, energie en duurzaamheid met elkaar verbonden.
Door de grote dynamiek in de samenleving verschuiven accenten in de traditionele lange termijnopgaven sneller. De in korte tijd volledig gewijzigde huisvestingsvraag is daarvan een voorbeeld. Inzicht hebben in zulke ontwikkelingen is essentieel voor de agenderende en verbindende rol die provincies hebben. De huidige door landelijke planbureaus verzamelde en beschikbare informatie is daarvoor te beperkt. Voor het bepalen van regionaal beleid is de provincie niet alleen de regionale belangenbehartiger, maar ook ‘kennismakelaar’ en is een regionale kennishuishouding noodzakelijk.
De provincie profileert zich als regionale belangenbehartiger die vanuit verschillende rollen bijdraagt aan het oppakken van maatschappelijke opgaven. De verschillende rollen die de provincie kan vervullen, maken creativiteit in de taakvervulling noodzakelijk. Het vraagt om bestuurders en volksvertegenwoordigers die elkaar en hun maatschappelijke partners vinden in het agenderen en (onconventioneel) oplossen van regionale problemen. Dat kán betekenen dat zaken anders uitpakken dan voorzien of zelfs ronduit mislukken. Visie, risico nemen, netwerkvaardigheden, bereidheid tot samenwerken, tact en bescheidenheid zijn hierbij kernkwaliteiten.