Provinciale belastingen en heffingen

Inleiding

Een deel van onze inkomsten bestaat uit provinciale belastingen en lokale heffingen. Daarvan is de belangrijkste inkomstenbron de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting: in 2016 is deze geraamd op € 115,9 mln.

De provinciale heffingen die wij in de loop der jaren hebben ingesteld moeten in principe kostendekkend zijn. Wij kennen de volgende heffingen:

  • precariobelasting en leges: circa € 0,259 mln. per jaar;
  • ontgrondingenheffing: circa € 0,020 mln. per jaar;
  • grondwaterheffing: circa € 1,160 mln. per jaar.

Opcenten  motorrijtuigenbelasting

De Verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting provincie Utrecht, zoals door uw Staten vastgesteld op 27 juni 2011, vormt de grondslag voor het heffen van opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Deze verordening wordt indien nodig periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.
Hierna volgt een vergelijking van de oude en de nieuwe begrotingsstand en wat dat betekent voor de provincie Utrecht

Opbrengst Motorrijtuigenbelasting

2015

2016

2017

2018

2019

Stand (primitieve) Begroting 2015

112.600

113.163

113.729

114.297

114.868

Stand Kadernota 2015

114.200

114.771

115.345

115.921

116.501

Stand Najaarsrapportage 2015

114.200

114.771

115.345

115.921

116.501

Verschil

0

0

0

0

0

Tot en met 2015 werd de raming van de opbrengst in de begroting gebaseerd op de meest recente gegevens van de Belastingdienst ten aanzien van de aantallen en gewichtsklassen van motorrijtuigen in de provincie Utrecht. Beide factoren zijn bepalend voor de hoogte van de provinciale inkomsten uit opcenten MRB.

Op basis van het overzicht van de opcenten tot en met mei 2015 van de Belastingdienst blijkt dat de opbrengst van de opcenten vergelijkbaar is met de opbrengst in dezelfde maanden van het voorgaande jaar. Hierop zijn de ramingen in de Kadernota en de Najaarsrapportage 2015 gebaseerd.

Het tarief voor de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting 2016 bedraagt net als voorgaande jaren 72,6. De provincie Utrecht heft vergeleken met de andere provincies lagere opcenten waardoor de absolute lasten van de Utrechtse autobezitter ook lager uitkomen.

Voor de raming van de verwachte opbrengst uit de opcenten MRB in de begroting zal vanaf 2016 worden uitgegaan van de raming die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt geformuleerd in de meicirculaire Provinciefonds van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Deze raming wordt jaarlijks opgesteld om te komen tot de berekening van de provinciefondsuitkering.
Voor het jaar 2016 en navolgende jaren wordt de opbrengst uit de opcenten MRB daarom als volgt geraamd:

2015

2016

2017

2018

2019

Motorrijtuigenbelasting

114.200

115.948

117.107

118.279

119.461

Bij de jaren volgend op 2016 is een jaarlijkse groei in de opbrengst voorzien van 1%. Deze verwachte stijging van de opbrengst is gebaseerd op de landelijke mutatie van de opbrengst per opcent in het jaar 2015 ten opzichte van 2014.

Precariobelasting  en  leges

De precariobelasting en leges vinden hun grondslag in de Precariobelasting-­ en legesverordening provincie Utrecht 2012.

De artikelen 1 en 2 van deze verordening zeggen over de precariobelasting:

  • Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie.
  • Precariobelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de provincie worden aangetroffen.

In genoemde artikelen wordt het volgende gezegd over de leges:

  • Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het provinciebestuur verstrekte diensten als bedoeld in deze verordening en de bijbehorende tarieventabel.
  • Leges worden geheven van de aanvrager of verzoeker van de dienst, dan wel degene voor wie de dienst wordt verstrekt.

Het uitgangspunt van de tarieven is dat deze ten hoogste kostendekkend mogen zijn. De toe te passen tarieven staan in de tarieventabel bij de verordening. Deze tarieven worden doorgaans jaarlijks voor de loon-­ en prijsstijgingen aangepast aan de actualiteit. Echter, voor het jaar 2016 zullen wij wederom aan uw Staten voorstellen om de tarieven niet te verhogen.

De verordening zelf wordt periodiek aangepast aan de actuele ontwikkelingen. De precariobelasting en leges zijn in de Begroting 2016 geraamd voor een totaalbedrag van € 0,259 mln.

Ontgrondingenheffing

De ontgrondingenheffing is een directe belasting waaruit ten hoogste de helft van de provinciale kosten gedekt worden. Het betreft kosten van werkzaamheden voor onderzoek en planning in verband met ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de Ontgrondingenwet (artikel 2 van de heffingsverordening).

De heffing vindt haar grondslag in de Heffingsverordening ontgrondingen provincie Utrecht 2002, die met ingang van 1 mei 2002 in werking is getreden. Het tarief bedraagt altijd 50% van de kosten. De verordening wordt periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen.

De opbrengst is jaarlijks sterk wisselend, afhankelijk van de omvang van de ontgrondingen in het betreffende jaar. In de begroting wordt daarom de gemiddelde opbrengst in de laatste 5 afgesloten kalenderjaren voorafgaand aan deze begroting aangehouden. Deze gemiddelde opbrengst bedraagt € 0,020 mln.

Grondwaterheffing

Onder de naam grondwaterheffing is een heffing voor het onttrekken van grondwater ingesteld als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet. De heffing vindt haar grondslag in de Grondwaterheffingsverordening provincie
Utrecht 2012. Deze verordening wordt periodiek aangepast aan de hand van actuele ontwikkelingen. De opbrengst van de grondwaterheffing is in 2016 geraamd op € 1,160 mln.

Kwijtscheldingsbeleid

Ten aanzien van de provinciale heffingen is geen kwijtscheldingsbeleid ontwikkeld.

Belastingen en heffingen

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Motorrijtuigenbelasting

114.185

114.200

115.948

117.107

118.279

119.461

Precario en leges

134

259

259

259

259

259

Ontgrondingenheffing

5

20

20

20

20

20

Grondwaterheffing

1.102

1.160

1.160

1.160

1.160

1.160

TOTAAL

115.426

115.639

117.387

118.546

119.718

120.900