Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Kapitaalgoederen zijn goederen in eigendom van de provincie die de provincie meerjarig ten dienste staan. Deze goederen vragen bij aanschaf (of vervaardiging) veelal substantiële investeringen en vergen daarna regelmatig onderhoud. Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) noemt in dit kader gebouwen, wegen, water, groen en riolering. De belangrijkste kapitaalgoederen van de provincie Utrecht zijn:

  • Provinciale wegen;;
  • Traminfrastructuur;;
  • Provinciale vaarwegen;;
  • Provinciale gebouwen;;
  • Grond (zie hiervoor de paragraaf Grondbeleid).

Hierna wordt met betrekking tot deze kapitaalgoederen ingegaan op de volgende aspecten:

  1. Ambitie (en gehanteerde normen voor beheer en onderhoud);;
  2. Beheerplan;;
  3. Majeure ontwikkelingen;;
  4. Achterstanden in onderhoud;;
  5. Uit beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van voorziening.

Provinciale  wegen

Tot het onderhoud van wegen behoort het onderhoud aan verharding, kunstwerken (inclusief ecoducten en faunapassages), verkeersregelinstallaties, wegverlichting en groen (o.a. bermen en beplanting). Dit is conform de indeling zoals die wordt toegepast bij assetmanagement. Assetmanagement is het optimaal beheren van kapitaalgoederen die van waarde zijn voor een organisatie. De invulling van ‘optimaal’ wordt ingegeven door de doelen die de organisatie nastreeft en de balans tussen prestaties, risico’s en kosten.
Algemeen uitgangspunt is dat de wegen duurzaam veilig zijn en dat de doorstroming wordt bevorderd. Naast bereikbaarheid draagt de provincie ook zorg voor een leefbare omgeving.

Verharding

38 provinciale wegen

Specificatie

Lengte

Hoofdrijbaan

301 km

Fietspaden

226 km

Parallelwegen

82 km

stand juni 2015

a. Ambitie
Voor de vaststelling van normen voor onderhoud aan verhardingen wordt de zogenoemde CROW-­methode toegepast (CROW is de stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-­, Water-­ en Wegenbouw en Verkeerstechniek). Dit is de landelijke systematiek van rationeel wegbeheer. In 2012 is door u het beleid voor het onderhoud van verhardingen vastgesteld voor de periode 2013 -­ 2017. U heeft toen het ambitieniveau vastgesteld op een kwaliteitsniveau waarbij 5% van het wegennet onvoldoende is, bepaald volgens de CROW-methodiek.

b. Beheerplan
Het beheerplan is een nadere uitwerking van het beleidsplan. Het beheerplan wordt jaarlijks opgesteld en geeft informatie over de kwaliteit van het voorgaande jaar en bevat de planning voor de komende 5 jaar. Het kwaliteitsniveau lag begin 2015 op 94% voldoende, gebaseerd op schademetingen t/m 2014. De verwachting is dat, na de verwerking van de schademetingen uit 2015, zal blijken dat de ambitie van “95% voldoende” in 2016 is gehaald.

c. Majeure ontwikkelingen
In 2016 zal het onderhoud aan de N212 conform trajectaanpak uitgevoerd worden. Uitgangspunten bij traject aanpak zijn minder hinder voor de weggebruiker en aanpalende beleidsvelden mee laten liften vanuit de gedachte werk met werk maken. De overgang van project naar trajectaanpak kan niet in één keer gebeuren maar zal in een tijdsbestek van 2 á 3 jaar plaatsvinden. Tijdens deze overgang is het mogelijk dat onderhoud eerder of later wordt uitgevoerd. Kosten, afgesproken kwaliteitsnorm en risico’s voor de beleidsdoelstellingen veiligheid, doorstroming en leefbaarheid spelen worden meegenomen in deze afweging en zorgen ervoor dat de overgang zo soepel mogelijk verloopt.

d. Achterstanden in onderhoud

Kunstwerken

Kunstwerken

Specificatie

Aantal

Bruggen

39

Beweegbare bruggen

7

Viaducten

21

Tunnels

37

Fietsbruggen

16

Ecoducten

3

Duikerbruggen

76

Diverse

2

a. Ambitie
De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van circa 200 civiele kunstwerken. Met civiele kunstwerken worden onder andere bruggen, viaducten, tunnels, keermuren die deel van de brugconstructie uitmaken (damwanden, geluidsschermen, et cetera) en duikers bedoeld. De strategische onderhoudsfilosofie van de provincie is het kunstwerkenbestand in goede staat te houden (functioneel, veilig en schoon).

b. Beheerplan
In 2010 is het beleidsplan beheer en onderhoud kunstwerken vastgesteld waarin een meer planmatige aanpak wordt voorgestaan op basis van technische staat. Indien een kunstwerk het einde van zijn levensduur nadert zal dat zichtbaar worden in de periodieke (eens per 5 jaar) inspectierapportages. Voor het bepalen van de technische kwaliteitsniveaus van de kunstwerken gebruiken we de NEN 2767-­4. De NEN 2767-­4 is de norm voor het bepalen van de conditie (conditieniveaus van 1 tot 6, hoe hoger de score hoe eerder het kunstwerk aan onderhoud toe is) van infrastructuur. De conditiescores van onze kunstwerken liggen momenteel tussen 1 en 4. Bij een conditiescore van 4, 5 of 6 zijn onderhoudsmaatregelen vereist.
Bij een (theoretische) restlevensduur van 5 jaar of minder wordt een voorbereidingsplan opgesteld voor het te vervangen kunstwerk. Het definitieve besluit tot de vervanging is afhankelijk van de technische staat van het kunstwerk. In 2016 wordt conform het beheerplan aan ca. 40 kunstwerken onderhoud gepleegd.

c. Majeure ontwikkelingen
Momenteel zijn we bezig met het toepassen van risico gestuurd onderhoud in het kader van asset management
d. Achterstanden in onderhoud

Verkeerregelinstallaties

Verkeersregelinstallaties

Specificatie

Aantal

VRI’s op kruispunten

106 st

RDI’s op rotondes

5 st

Toename VRI’s in 2016 door overname of aanleg

4 st

Afname VRI’s in 2016 door overdracht en vervallen

2 st

Stand per 1 juli 2015

a. Ambitie
Het onderliggende beleidsstuk “Geregelde kwaliteit verkeerslichtenbeleid” wordt gevolgd. Belangrijk onderdeel binnen het beheer betreft de koppeling van de VRI’s aan de verkeersmanagementcentrale (VMC) van het regionale netwerk en aan elkaar volgens de regionaal vastgestelde doorstromingsscenario’s. Deze scenario’s zijn mogelijk door samenwerking tussen de partners in de regio.

b. Beheerplan
Provincie Utrecht heeft per 1-­7-­2015 bij 107 kruispunten op haar wegen een volledige verkeersregelinstallatie (VRI) en op 5 rotondes een rotondedoseerInstallatie (RDI) in eigendom. Het aantal VRI’s zal in 2016 met 2 st toenemen. Het groot onderhoud aan de VRI’s bestaat vooral uit vervanging na einde technische en functionele levensduur, reconstructie van kruispunten en opname plus inregeling binnen het regionale netwerk. In 2016 zullen deze werkzaamheden overeenkomstig planning in 2016 op 6 locaties worden uitgevoerd. Het beheer en onderhoud van de VRI’s is door de afdeling Wegen uitbesteed aan de markt.

c. Majeure ontwikkelingen
Ten behoeve van het optimaal functioneren van het regionale verkeersnetwerk is in 2014 begonnen met het toepassen van BRIK (Bijzondere Realisaties Intelligente koppelingen). In 2016 zullen 26 VRI’s voorzien zijn van BRIK. In 2014 is in samenwerking met een aantal regiopartners de Regionale beheercentrale aangeschaft. Deze centrale is in 2015 in gebruik genomen. In 2016 zullen naast de 108 provinciale VRI’s er ca. 320 regionale VRI’s op aangesloten zijn. De Provincie beheert namens de regio de Regionale beheercentrale.

d. Achterstanden in onderhoud

Wegverlichting

Wegverlichting

Specificatie

Aantal

Lichtmasten

9.100 st

Armaturen

10.200 st

Bewegwijzeringsvlaggen met verlichting

1.400 st

Leds in bermen of asfalt

260 st

Schakel – en verdeelkasten

132 st

Stand na overname OVL van gemeenten

a. Ambitie
De ambitie ten aanzien van wegverlichting ligt vast in beleid Duurzaam en verantwoord verlichten 2007-­2015. Dit beleid richt zich op zuinig energieverbruik in combinatie met sociale-­ en verkeersveiligheid. Provincie Utrecht past het beleid toe met in achtneming van de vigerende wet en regelgeving. Technische vernieuwingen met bewezen effectiviteit worden, waar mogelijk, toegepast. Zo worden in 2016 ca. 150 lichtmasten (incl. armatuur) vervangen en direct dimbaar gemaakt.

Het aantal lichtpunten in eigendom langs de provinciale wegen groeit in 2015 tot 11.860 (armaturen, bewegwijzering en led). In 2016 wordt geen verdere groei verwacht.

b. Beheerplan
Het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd volgens de vastgestelde verlichtingsplannen voor alle wegvakken. Deze plannen zijn opgesteld conform het beleid Duurzaam en verantwoord verlichten 2007-­2015.
Het groot onderhoud aan de wegverlichting bestaat vooral bestaand uit vervanging na einde technische levensduur en uit reconstructie van wegvakken.

c. Majeure ontwikkelingen
In 2015 worden ca. 1000 lichtmasten overgenomen van gemeenten. Voor overname was de provincie alleen juridisch verantwoordelijk en werd het beheer en onderhoud uitgevoerd door gemeenten. Met het GS stuk van 28 oktober 2014 “overname door de provincie Utrecht van gemeentelijke openbare verlichting langs provinciale wegen” heeft u ingestemd met deze overname.
Om aan het energieakkoord te voldoen zal de provincie door moeten gaan met het beleid om alleen gedimde verlichting te plaatsen en bestaande verlichting zoveel mogelijk om te bouwen naar dimbare verlichting.
In 2016 zal het beleid “Duurzaam en verantwoord verlichten” worden herzien, o.a. toepassing van LED en het energieakkoord zullen hier een plek in krijgen.

d. Achterstanden in onderhoud
De lichtmasten die van gemeenten zijn overgenomen zijn over het algemeen verouderd en zullen in de komende jaren vervangen moeten worden.

Onderhoud  groen

Het groenbeheer bestaat uit het beheer en onderhoud aan de bermen, sloten, beschoeiing, hagen en bomen langs de provinciale wegen.

Onderhoud groen

Specificatie

Omvang-­Lengte-­Aantal

Gras

ca. 500 hectare

Sloten

250 km

Beschoeiing

16,5 km

Hagen

25 km

Bomen

ca. 40.000 bomen

a. Ambitie

Bermen
De provincie Utrecht past ecologisch wegbermbeheer toe langs een groot deel van haar wegen zoals geformuleerd onder de noemer “Aanleg en beheer, kwaliteit van de leefomgeving” in het Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht 2004 – 2020 (SMPU+). Om ervoor te zorgen dat bij het beheer en onderhoud van wegen voldoende en tijdig rekening gehouden wordt met de aanwezige flora en fauna wordt er gewerkt met de gedragscode provinciale infrastructuur. Deze gedragscode is in het groen bestek geïmplementeerd door aanpassing van de standaard procedures. Bij het groenonderhoud mag de verkeersveiligheid niet in het geding komen.

Boomcontrole
De provincie streeft naar een duurzaam bomenbestand langs de provinciale wegen, waarbij rekening wordt gehouden met het belang van de verkeersveiligheid, de ecologie en het landschap. Voor de beplanting langs de provinciale wegen in Utrecht wordt er samengewerkt om duurzaam beplantingsbestand te handhaven, waarbij rekening is gehouden met het belang van zowel verkeersveiligheid als het belang van ecologie, cultuurhistorie en landschap.

b. Beheerplan
Uitgedrukt in cijfers is dat ca. 500 hectare gras wordt gemaaid, 250 km sloot, 16,5 km beschoeiing onderhouden, 25 km hagen geknipt en ca. 25.000 bomen direct langs de weg, waarvan jaarlijks 1/3 deel een veiligheidscontrole krijgt en wordt onderhouden (snoei/vervanging). Bij dit groenonderhoud komt ca. 7600 ton maaisel vrij, wat duurzaam wordt verwerkt. Daarnaast wordt in het najaar ca 800 ton aan blad afgevoerd.
c. Majeure ontwikkelingen

d. Achterstanden in onderhoud

e. Uit het beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van voorziening
Ter dekking van bovenstaande beheerplannen is de voorziening Beheer en onderhoud wegen ingesteld.

Verloop van de voorziening Beheer en onderhoud wegen 2014 – 2019

( x €1.000)

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beginsaldo

4.354

3.767

4.390

5.061

5.347

5.833

Storting

8.536

9.435

9.485

9.552

9.610

9.632

Onttrekking

9.123

8.812

8.814

9.266

9.124

9.466

Eindsaldo

3.767

4.390

5.061

5.347

5.833

5.999

Categorie

2015

2016

2017

2018

2019

1. Onderhoud verhardingen

4.489

4.551

4.618

4.646

4.688

2. Renovatie wegverhardingen

1.965

1.950

1.950

1.950

1.950

3. Onderhoud beweegbare kunstwerken

496

350

255

185

625

4. Vervanging verkeersregelinstallaties

162

260

740

640

500

5. Groot onderhoud wegverlichting

325

328

328

328

328

6. Vervanging rollend materieel

0

0

0

0

0

7. Onderhoud groenvoorziening

1.375

1.375

1.375

1.375

1.375

8.Algemeen

0

0

0

0

0

Totaal uitgaven

8.812

8.814

9.266

9.124

9.466

De uitgaven lopen enigszins terug. Assets kunnen daarmee sparen om de onderhoudsopgave of vervangingsopgave die voorzien wordt na 2019 op te kunnen vangen. Met behulp van assetmanagement wordt inzicht gegeven in de onderhouds-­ en vervangingsopgave voor zowel de korte als de lange termijn.

Traminfrastructuur

De provincie Utrecht is verantwoordelijk voor de instandhouding en verbetering van de gehele traminfrastructuur. Deze infrastructuur bestaat uit rijdend materieel (de SIG trams), haltevoorzieningen, (rail)infrastructuur en de remise.

Traminfrastructuur

Specificatie

volume

SIG trams

26 stuks

Km spoor

20 km

Haltes

23 stuks

a. Ambitie
De veilige exploitatie van het tramsysteem is primair en bepalend voor de beheer en onderhoud uitgangspunten van de traminfrastructuur. Daarnaast bepalen de beschikbaarheidseisen de beheer-­ en onderhoudsambitie.

b. Beheerplan
De kaders en topeisen voor onderhoudsniveau worden beschreven in het Integrale plan van Eisen tramsysteem regio Utrecht (IPvE).
In het IPvE worden de kwaliteitseisen van het tramsysteem beschreven, welke daarmee dienen als basis voor het meerjaren investerings-­ en onderhoudsplan (MIP, MJO). Dit plan is in belangrijke mate bepalend voor het meerjarenbeslag op de middelen.
Het MIP/MJO omvat een 5 jaren perspectief van enerzijds de (vervangings)investeringen en anderzijds de benodigde onderhoud-­ en beheerinspanningen vertaald naar de benodigde financiële middelen. Vanaf het 6e jaar wordt een globale verdere doorkijk gegeven.

c. Majeure ontwikkelingen

Nieuwe Tramremise
De bestaande tramremise is 30 jaar oud en wordt aangepast en uitgebreid in verband met de komst van nieuw materieel voor de Uithoflijn. Oplevering staat gepland in medio 2017, in aansluiting op de planning van de realisatie van de Uithoflijn.

Uithoflijn
Op 20 juni 2012 is de Bestuursovereenkomst Uithoflijn tussen BRU en Gemeente Utrecht getekend voor de realisatie van de Uithoflijn. Doel van het project Uithoflijn is de aanleg van een vanaf medio 2018 goed functionerend tramvervoersysteem van Utrecht Centraal tot P+R De Uithof, dat goed is ingepast in de omgeving en aansluit op het overige openbaar vervoer. Eind 2014 is de aanbesteding van de infrastructuur en het materieel afgerond. Het project bevindt zich momenteel in de uitvoeringsfase.

Grootschalige vervanging Infrastructuur 2 (GVI-­2)
In 2014 is het laatste deel van het project Grootschalige Vervanging Infrastructuur fase 1 (GVI 1c) uitgevoerd. Het gaat om de vervanging van de traminfrastructuur op het gedeelte Utrecht Centraal tot aan Nieuwegein Centrum. In 2018 en 2019 zal fase 2 worden uitgevoerd. Dat betreft de vervanging van de uiteinden van Nieuwegein Centrum naar Nieuwegein Zuid en naar IJsselstein.

d. Achterstanden in onderhoud

e. Uit het beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van voorziening (excl. investeringsniveau’s)

Overzicht MIP MJO 2016-­‐2020

(bedragen x € 1.000)

Programma OV Regiotram

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Omschrijving

Beginsaldo

Lasten
Huidige exploitatie

14.220

15.052

15.063

16.208

13.368

12.267

Lasten MIP/MJO 2015-­‐2019

61

843

3.483

9.743

16.770

23.466

Totaal lasten

14.281

15.895

18.546

25.952

30.138

35.733

Baten

Financieel kader herprioritering BDU

15.339

15.758

15.914

22.612

29.695

33.449

Totaal baten

15.339

15.758

15.914

22.612

29.695

33.449

Saldo lasten en baten

1.058

137

2.632

3.340

443

2.284

Buffer specifieke BDU Regiotram

15.479

-­‐1.058

137

2.632

3.340

443

2.284

Saldo

0

0

0

0

0

0

Provinciale  vaarwegen

Vaarwegen

Specificatie

Lengte

Eem, vanaf Amersfoort tot aan het Eemmeer

18 km

Merwedekanaal, vanaf de provinciegrens tot aan de Lek

6 km

Oude Rijn, vanaf de provinciegrens tot aan de gemeentegrens van Woerden

2.5 km

a. Ambitie
Uitgangspunt voor de provinciale vaarwegen is dat zij in 2015 voldoen aan de normen voor vaardiepten, mede gebaseerd op de klassenindeling van de Conferentie van Europese Ministers van Transport (CEMT), de richtlijnen van de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN) en de Commissie Vaarwegbeheerders (CVB) Richtlijnen Vaarwegen 2005. Op dit moment (2015) voldoen wij als gevolg van de baggerwerkzaamheden aan deze norm. Gelet op de voortdurende aanwas van vooral baggerspecie, is het vaarwegprofiel een doorlopend aandachtspunt.

Het kwaliteitsniveau voor de Eem is uitgewerkt in de Eemvisie. In de Eemvisie is het profiel van de Eem gebaseerd op CEMT-­klasse lll (tot 1.000 ton vrachtschepen). Het visiedocument voorziet in recreatief vaarweggebruik en de mogelijkheid om beroepsvaart tot 1000ton naar Amersfoort mogelijk te maken en te houden.

b. Beheerplan
Het beheerplan van de Eem, wat in nauw overleg met het Waterschap en de gemeente Amersfoort is vastgesteld, voorziet in periodiek onderhoud, vervanging beschoeiingen en baggeren. Deze werkzaamheden worden in de vorm van een meerjarig bestek uitgevoerd. In 2013-­14 is er 145.000m3 gebaggerd. In 2015 worden de voorbereidingen voor een nieuw baggerbestek genomen dat in 2016 uitgevoerd zal worden.

Voor wat betreft het Merwedekanaal is het nautisch beheer, het vaarwegbeheer en het onderhoud overgedragen aan de provincie Zuid-­Holland. De provincie Zuid-­Holland krijgt volgens afspraak een jaarlijkse vergoeding van € 649.000. Om de 4 jaar worden deze bedragen geactualiseerd.

c. Majeure ontwikkelingen
Met het aflopen van de lening van de gemeente Amersfoort, is de storting in de voorziening in 2015 verlaagd. Met de provincie Zuid-­Holland zijn de onderhandelingen gestart m.b.t. het actualiseren van de hoogte van de jaarlijkse vergoeding voor het onderhouden van het Merwedekanaal.
d. Achterstanden in onderhoud

e. Uit beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van voorziening

Ter dekking van de kosten is de voorziening Beheer en onderhoud vaarwegen ingesteld.

Verloop van de voorziening Beheer en onderhoud vaarwegen 2014 – 2019

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beginsaldo

17.413

15.494

15.901

15.535

15.962

16.389

Stortingen

1.661

1.327

1.327

1.327

1.327

1.327

Onttrekkingen

3.580

920

1.693

900

900

900

Eindsaldo

15.494

15.901

15.535

15.962

16.389

16.816

Met ingang van 2015 heeft de provincie op grond van de Waterwet vaarwegbeheerders aangewezen. Voor bepaalde wateren, namelijk daar waar het vaarwegbeheer ten opzichte van het reguliere watersysteembeheer tot substantiële meerkosten leidt, geldt de wettelijke verplichting om de kosten hiervan te vergoeden. De kosten welke betrekking hebben op groot onderhoud verlopen ook via de voorziening Beheer en onderhoud vaarwegen.

Provinciale  gebouwen

Provinciale gebouwen

Specificatie

Aantal

Provinciehuis Archimedeslaan 6

1

Monumentale pand Paushuize

1

Dienstwoningen

2

Steunpunten in De Meern en in Huis ter Heide

2

Provinciehuis

a. Ambitieniveau
Het provinciehuis bestaat uit 18 verdiepingen en een entreepartij met receptie, koffiecorner, diverse zitcorners en een restaurant. In het gebouw is ook een ondergrondse parkeergarage aanwezig en een centraal vergadercentrum. Diverse verdiepingen zijn verhuurd.

Om het conditieniveau van het gebouw en de installaties, volgens de NEN 2767, te handhaven op conditiescore 3, is een externe leverancier gecontracteerd. De conditiescore van bouw-­‐‑ en installatiedelen wordt weergegeven op een zespuntsschaal. Conditiescore 1 representeert de nieuwbouwstaat en conditiescore 6 de slechtst aan te treffen conditie. Conditiescore 3 wordt gedefinieerd als: redelijke conditie met plaatselijk zichtbare veroudering. Het eerste jaar, ingaande op 1 september 2015 en eindigend op 1 september 2016 is een overgangsjaar. Vanaf 1 september 2016 voeren we de regie op het onderhoud en neemt de externe leverancier verantwoording voor de instandhouding van de gebouwen en installaties op zich.

b. Beheerplan
Voor het gebouwbeheer is een meerjaren onderhoudsplanning (MJOP, looptijd tot en met 2022) gemaakt. Vanwege de gekozen onderhoudsstrategie wordt deze in 2016 geactualiseerd om de regievoering op het onderhoud te waarborgen.

c. Majeure ontwikkelingen
Om het Huis voor de Provincie aan de ambities met betrekking tot duurzaamheid te voldoen wordt onderzocht of het huidige gebouwlabel D teruggebracht kan worden naar gebouwlabel C of zelfs B.
Concreet vindt onderzoek plaats naar deelname aan de WKO installatie van ASR. Het doel is energiebesparing en besparing op onderhoud. Eventuele investeringsvoorstellen zullen in de kadernota 2016 worden opgenomen. Overige kosten zoals het mogelijk vervangen van de bamboevloer, deel van de dakbedekking, vervanging van de dynamische no-­break (noodstroom aggregaat) naar een statische no-­break, of aspecten die te maken hebben met duurzaamheid worden in de planning eerder uitgevoerd.

d. Achterstanden in onderhoud
Er zijn geen achterstanden in het onderhoud.

e. Uit het beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van de voorziening
De lasten vanuit het beheerplan worden deels ten laste gebracht van de Voorziening Groot onderhoud Provinciehuis en Paushuize.

Voorziening Groot onderhoud Provinciehuis en Paushuize

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beginsaldo

921

270

359

253

174

127

Stortingen

183

523

183

183

183

183

Onttrekkingen

834

434

289

262

230

135

Eindsaldo

270

359

253

174

127

175

Verloop van de voorziening Groot Onderhoud provinciehuis en Paushuize 2014 – 2019

Naast het onderhoud wat via de voorziening groot Onderhoud loopt, wordt er ook rekening gehouden met vervangingsinvesteringen. Onderstaande tabel geeft het verwachte investeringsbedrag voor de komende jaren weer. Voornamelijk bestaat de investering van 2016 uit het vervangen van de dynamische no-­break naar een statisch no-­break (€ 1.925.000).

Vervangingsinvestering Provinciehuis en Paushuize

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verwachte investeringen

304

994

2.176

435

162

0

Overzicht vervangingsinvesteringen Provinciehuis 2014 -­ 2019

Deze investeringen worden geactiveerd en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten worden ten laste van de reserve Huisvesting gebracht. Zie bijlage ‘de staat van reserves’ voor het verloop van deze reserve.

Paushuize  en  dienstwoningen

a. Ambitie
Paushuize wordt geëxploiteerd door een exploitant, die verantwoordelijk is voor de commerciële verhuur van de ruimten en de cateringvoorzieningen. Paushuize behoort tot de meest duurzame monumentale gebouwen van Nederland en is als cultureel erfgoed door renovatie behouden en wordt voor het publiek in beperkte mate opengesteld. Het gebouw heeft voor de provincie een representatieve functie en vormt de ceremoniële werkplek van de Commissaris van de Koning. Het ambitieniveau voor het onderhoud van het monumentale pand ligt op conditieniveau 3 volgens de NEN 2767. De conditiescore van bouw en installatiedelen wordt weergegeven op een zespuntsschaal. Conditiescore 1 representeert de nieuwbouwstaat en conditiescore 6 de slechtst aan te treffen conditie. Conditiescore 3 wordt gedefinieerd als: redelijke conditie met plaatselijk zichtbare veroudering. De functievervulling van bouw-­ en installatiedelen voldoen aan de gestelde verwachtingen. Hiermee wordt voldaan aan het uitgangspunt voor sober en doelmatig onderhoud. De dienstwoningen vallen buiten de exploitatieovereenkomst.

b. Beheerplan
Vanwege het karakter van Paushuize is voor het bouwkundig onderhoud een aannemer gecontracteerd, die gespecialiseerd is in onderhoud van monumentale panden. Deze aannemer en de contractant voor het installatieonderhoud worden vanaf 1 september 2016 geheel verantwoordelijk voor de instandhouding van het gebouw. Doel is instandhouding op het niveau zoals deze nu is en de ambitie nastreven om het duurzaamste monument te blijven met inachtneming van cost-­control en soberheid.

c. Majeure ontwikkelingen
Voornemens is om de dienstwoningen gedurende 30 jaar te verpachten om zodoende de opbrengst in te zetten om het onderhoud en beheer gedurende deze periode te waarborgen. Om deze verpachting mogelijk te maken wordt er gewerkt aan de gevel en dakrenovatie.

d. Achterstanden in onderhoud
Er zijn geen achterstanden in het onderhoud.

e. Uit het beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van de voorziening Ten behoeve van het onderhoud van het provinciehuis en Paushuize is een voorziening ingesteld.
Zie hiervoor het onderwerp Provinciehuis van deze paragraaf.
Steunpunten in De Meern en Huis ter Heide

a. Ambitie
Vanuit het steunpunt Veenweide in De Meern beheert de provincie haar wegen in het westelijk deel van de provincie Utrecht. Op de locatie Huis ter Heide is de Regionale Verkeersmanagement Centrale van de provincie gehuisvest. De Verkeersmanagement Centrale bundelt alle kennis en informatie over verkeer in de provincie
Utrecht. Vanuit Huis ter Heide onderhoudt de provincie ook haar wegen in het oostelijk deel van de provincie. Ook voor de steunpunten geldt een conditieniveau 3 conform de NEN 2767.

b. Beheerplan
Voor het gebouwbeheer van de steunpunten is een MJOP gemaakt en deze wordt jaarlijks geactualiseerd. Aan de hand hiervan vindt preventief onderhoud plaats. Ook dit onderhoud is in 2016 uitbesteed en gaat provincie Utrecht de regievoering op zich nemen.

c. Majeure ontwikkelingen
Geen.

d. Achterstanden in onderhoud
Er zijn geen achterstanden in het onderhoud.

e. Uit het beheerplan voortvloeiende lasten meerjarenperspectief en verloop van de voorziening
Ten behoeve van het onderhoud van de steunpunten is een voorziening aanwezig.

Voorziening Steunpunten in De Meern en Huis ter Heide

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beginsaldo

181

116

119

52

6

17

Stortingen

60

60

60

60

60

60

Onttrekkingen

125

57

127

105

50

43

Eindsaldo

116

119

52

6

17

34

Verloop van de voorziening Groot Onderhoud Kantons 2014 –