Integrale aanpak provinciale wegen (Trajectaanpak)
Versterken wegennet rond steden (Utrecht, Amersfoort)
Optimaliseren regionaal Openbaar Vervoer (schaalsprong)
Fiets
Onze werkzaamheden aan de provinciale wegen pakken we zoveel mogelijk trajectgewijs op. Dit houdt in dat we naast het verbeteren van de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid rekening houden met het benutten van kansen voor versterking van de kwaliteiten van de landschappen, verbindingen tussen stad- en platteland, kwaliteit van de leefomgeving, duurzaamheid en ruimtelijk ontwikkelingsmogelijkheden. We brengen in beeld waar aanpalende beleidsvelden ‘mee kunnen liften’ vanuit de gedachte ‘werk met werk maken’. Deze integrale aanpak moet ertoe leiden dat we zoveel mogelijk kansen benutten. De Trajectaanpak is een continu proces van onderzoek, besluitvorming, uitvoering en evaluatie, waarbij elk wegtraject in beheer van de provincie ongeveer elke zes jaar aan bod komt. In 2016 leveren we de eerste trajectstudies op en nemen we besluiten over maatregelen op deze trajecten. We werken vanuit assetmanagement: het efficiënt, planmatig en slim beheren van onze bezittingen (wegverharding, lichtmasten, verkeerslichten etc.) en het onderhoud zo op elkaar afstemmen, dat er een optimale balans is tussen prestaties, risico's en kosten. In 2016 presenteren we een strategisch assetmanagementplan en een meerjaren ontwikkel- en beheerplan.
De bereikbaarheid van steden als Amersfoort en Utrecht is niet alleen van belang voor die stedelijke regio's zelf. Daarom zetten wij ons in voor opwaardering van de rijkswegen en de belangrijke gemeentelijke ontsluitingswegen: de Noordelijke Randweg Utrecht en de westelijke ontsluiting Amersfoort. In 2016 richten wij ons bij de rijksprojecten op de kwaliteit van de leefomgeving en een zorgvuldige inpassing en is er bijzondere aandacht voor het functioneren van de aansluiting van de regionale wegen op het Rijkswegennet. Voor de westelijke ontsluiting Amersfoort staat 2016 in het teken van het doorlopen van de bestemmingsplanprocedure, verwerving van percelen, verleggen van kabels en leidingen en aanbesteding. De realisatie kan starten in 2017.
Met de integratie van de verkeers- en vervoertaken van het voormalige BRU is de provincie verantwoordelijk voor het regionale openbaar vervoer in de hele provincie Utrecht. Dit biedt kansen om het OV-product voor de reiziger verder te optimaliseren. Onze uitgangspunten voor OV van goede kwaliteit zijn: vraaggericht (in omvang en aanbod), betaalbaar (voor reizigers en aanbieders) en betrouwbaar (stipt, laagdrempelig en voldoet aan verwachtingen). Het OV-aanbod per tram en bus richten we vooral op de wensen van de reiziger, die met openbaar vervoer wil reizen en op de wensen van relaties waar openbaar vervoer een duidelijke toegevoegde waarde heeft, vooral qua bereikbaarheid. Goede OV-ontsluiting in samenhang met andere vervoersmodaliteiten (van deur-tot-deur oplossingen) biedt kansen voor stedelijke kwaliteit en ontwikkeling. Dit staat centraal in 2016 bij de regionale MIRT-verkenning, die het startpunt is voor een schaalsprong in het OV. Het gaat hierbij vooral om de bereikbaarheid van het Utrecht Science Park (USP), de overbelasting van het centraal station Utrecht (OVT) en de leefbaarheid van de stad op de corridor Utrecht CS - USP. Dit zijn drie opgaven voor de MIRT-verkenning. In 2016 willen wij samen met onze partners enkele voorkeursvarianten opstellen voor de middellange termijn (realisatie voor 2028). Uitgangspunt is dat de maatregelen passen in een lange termijn perspectief, zoals een mogelijk treinstation op het USP.
De (elektrische) fiets stijgt in populariteit. Een derde van de verplaatsingen op korte afstand binnen de provincie Utrecht vindt plaats op de fiets. In de toekomst zal dit mogelijk toenemen, bijvoorbeeld door de opkomst van de elektrische fiets. Het toenemend gebruik van elektrische fietsen leidt tot meer ouderen op fietspaden en langere rijafstanden. In 2028 zijn alle belangrijke werklocaties, scholen en knooppunten veilig, comfortabel en snel bereikbaar per fiets. Dit willen wij realiseren door een opwaardering van de utilitaire interlokale hoofdfietsroutes, veiliger routes over parallelwegen voor fietsers, voorrang geven aan de fiets bij ruimtelijke inrichting, een perfect werkend stedelijk fietsnetwerk dat goed aansluit op de provinciale fietsroutes, een optimale match tussen fiets en OV en samenwerking met bedrijven ter bevordering van het fietsgebruik. Het deel van de hoofdfietsroutes dat in beheer van de provincie is, pakken we aan vanuit een integrale benadering (Trajectaanpak). Voor opwaardering van de hoofdfietsroutes in beheer van gemeenten bieden wij gemeenten ondersteuning met de subsidieregeling Actieplan Fiets en Veiligheid gemeentelijke infrastructuur. In 2015 - 2018 werken wij samen met gemeenten aan de verbetering van de infra-structuur en de verkeersveiligheid. In de (nabije) toekomst monitoren wij de snelheid en het comfort van onze fietsroutes via een nieuwe systematiek.