Financiering / Treasury
Provinciale ontwikkelingen
Naar verwachting is begin 2016 het totaal belegd vermogen € 477 mln. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan voorgaande jaren maar dat komt door de samenvoeging met de BRU. Deze gelden worden uitgezet conform de wet FIDO en de bepalingen in de Verordening interne zaken provincie Utrecht 2004. Voor een steeds minder groot deel betreft het middelen uit de oude portefeuille op de kapitaalmarkt. Zo hebben we geen obligaties meer (ook de BRU beleggingen zijn vrijgekomen) en de garantieproducten zijn weer iets afgenomen. De rekening courant van de schatkist (van de provincie en de voormalige BRU samen) groeit daarmee aanzienlijk.
Uitstaand kapitaal per 31 december 2015 Bedragen x € 1.000 | |||
---|---|---|---|
Bedrag | Bedrag | Mutatie | |
31-12-2014 | 31-12-2015 | in 2015 | |
Kapitaalmarkt | |||
Obligaties | 0 | 0 | 0 |
Garantieproducten | 116.322 | 60.043 | |
Totaal kapitaalmarkt | 116.322 | 60.043 | -56.279 |
Geldmarkt | |||
Rekening-courant | 0 | 0 | 0 |
Saldo bij de schatkist | 240.877 | 417.180 | |
Totaal geldmarkt | 240.877 | 417.180 | 176.303 |
Totaal kapitaal- en geldmarkt | 357.199 | 477.223 | 120.024 |
Marktontwikkelingen, rendementen en treasuryresultaat
Marktontwikkelingen
De situatie op de financiële markten vraagt nog steeds volop de aandacht. De rentes op de markten van de degelijke Euro-landen zijn nog steeds extreem laag ten gevolge van de matig draaiende economie en actief beleid op dit punt van de Europese Centrale Bank. Maar de verwachtingen voor 2016 zijn iets gunstiger. De economie trekt iets aan en de rentes zijn inmiddels voor het eerst in jaren iets gestegen. Voor onze ramingen houden we hier rekening mee en stellen de verwachte rentepecentages niet meer negatief bij ten opzichte van de bergroting en de kadernota 2015. Ondanks de lage rentes stellen banken en andere privaatkapitaalverstrekkende partijen zich nog steeds erg terughoudend op bij financieringsvraagstukken en wordt er steeds vaker een weg gezocht richting de overheid zoals de Provincie Utrecht.
De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) verplicht de Provincie Utrecht overtollige middelen primair aan te houden in de schatkist bij het MinFin of bij andere overheden.
Risico analyse met betrekking tot de resterende portefeuille
In de lagere en resterende, nog niet bij de schatkist ondergebrachte, portefeuille zijn enkel nog producten waarbij het risico zeer gering en acceptabel is. Wij hanteren daarom hetzelfde lage risicopercentage als bij de vorige begroting.
Rendementen en treasuryresultaat
Het treassuryresultaat wordt begroot onder de algemene middelen. In de navolgende tabel is het verwachte resultaat voor het begrotingsjaar 2016 uitgewerkt. Hierin is het resultaat van de voormalige BRU ook in opgenomen en is uitgegaan van de rentetarieven die verwacht kunnen worden op basis van verplicht schatkistbankieren van het ministerie en de verwachte rentegroei bij de Nederlanse bank in juni 2015. Voor 2016 gaan we uit van een rentepercentage schatkistbankieren rekening-courant van 0,5%.
Bedragen berekend per 31 december 2015 | Bedragen x € 1.000 |
---|---|
Renteopbrengsten | |
Obligaties | 0 |
Garantieproducten | 100 |
Schatkistbankieren | 2.086 |
Saldo intern verrekende rente | 3.798 |
Totale renteopbrengsten | 5.984 |
Treasurybeleid
De provincie Utrecht is een bestedingshuishouding. Hoofddoel is niet het aanhouden van middelen om daar rendementen uit te halen. Echter voor de te verwachten (beleids)verplichtingen en voorzieningen zullen altijd middelen aangehouden moeten worden. Zolang deze middelen niet zijn aangewend (er rusten uiteraard wel claims op), zullen deze uit hoofde van treasury worden belegd. Het treasurybeleid bepaalt hoe we dit doen.
Het treasurybeleid wordt vormgegeven en uitgevoerd binnen de wettelijke en de door de staten uitgezette kaders. Het is namelijk de rol van PS met de provinciebegroting en de beleidssector het budgettaire kader en doelstellingen voor de uitoefening van de publieke taak te bepalen (beleidsverplichtingen) en daarmee ook de hoogte van de aan te houden middelen.
Eind 2015 zal het treasurystatuut voor 2016 worden herzien. Aanleiding hiervoor is het oplopende saldo aan liquide middelen met lage renteopbrengsten dan begroot, maar ook een verwacht groter beslag op de liquide middelen door de toekomstige investeringen van de BRU en het groter beroep op publieke middelen met ‘slimmere’ financieringscontructies. Dit brengt grotere risico’s met zich mee. Daar komt bij dat het statuut nog stamt uit de periode van voor het schatkistbankieren. Door een actiever financieringsbeleid en het op orde brengen van het beheer van de overtollige middelen is het mogelijk deze uitdagingen in samenhang te beheersen.
Kasgeldlimiet
De vlottende middelen overtreffen de vlottende schulden ruimschoots. De provincie blijft daarmee royaal binnen de gestelde norm ten aanzien van de kasgeldlimiet.
Renterisiconorm
Aangezien er geen sprake is van ingeleend geld, wordt er zonder meer aan de renterisiconorm voldaan.
Rentebaten en –lasten
Wij hebben geen rentelasten naar aanleiding van geleend geld. De tijdelijke liquiditeitsoverschotten leiden tot € 5,9 mln. treasury-inkomsten. Gezien onze liquiditeitspositie verwachten wij voor 2016 geen externe financieringsbehoefte.
Kredietrisico
De oude portefeuilles aan uitzettingen zullen in 2016 verder worden afgebouwd. Nieuwe uitzettingen vallen binnen de nieuwe wet FIDO. Gezien de veiligere portefeuille lopen wij hierbij geen bijzonder kredietrisico