Integrale aanpak waterveiligheid
Doelmatige zoetwatervoorziening
Duurzame ondergrond
Een gezonde leefomgeving
Onze waterveiligheid wordt voor een groot deel bepaald door primaire en regionale keringen. Volgend op het Deltaprogramma Waterveiligheid stelt het Rijk in 2017 nieuwe waterveiligheidsnormen voor de primaire waterkeringen vast. Deze leiden tot dijkversterkingen voor de Neder-Rijn- en Lekdijken. Anticiperend hierop vindt het project Dijkversterking Centraal Holland plaats, gericht op de noordelijke Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven. Als provincie participeren we om ruimtelijke en andere opgaven optimaal mee te koppelen met de waterveiligheidsmaatregelen. Ook wijzigt de status van keringen langs de Hollandse IJssel en Amsterdam-Rijnkanaal. De provincie zal de keringen langs de Hollandse IJssel in 2016 via de Waterverordeningen aanwijzen als regionale kering en normeren. Het tweede voor Utrecht belangrijke waterveiligheidsproject is Grebbedijk Deltadijk. Ook dat loopt vooruit op de nieuwe waterveiligheidsnormering en een toekomstige programmering in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De inzet is snel aan de slag te kunnen met waterveiligheidsmaatregelen. Hierbij brengen we met Waterschap Vallei en Veluwe, provincie Gelderland, gemeenten en belangenorganisaties in beeld welke ruimtelijke ontwikkelingen tegelijkertijd met de Deltadijk gerealiseerd kunnen en zullen worden. Waterveiligheid is naast preventie ook gevolgenbeperking en calamiteitenzorg. De provincie participeert mede in de Coalitie Regio Utrecht voor Ruimtelijke Adaptatie, met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, de Veiligheidsregio Utrecht en zeven gemeenten, om in de ruimtelijke ordening meer aandacht te krijgen voor wateroverlast, overstromingen, watertekort en hittestress.
Het aanbod van zoetwater is niet altijd toereikend voor de vraag. Daarom heeft het Rijk samen met een groot aantal partners Deltaprogramma Zoetwater opgesteld, dat als basis dient om de zoetwateropgave gezamenlijk op te pakken. Het programma heeft ook gevolgen voor de provincie Utrecht. Om gebruikers beter te informeren over de huidige en toekomstige beschikbaarheid van zoetwater heeft zij het instrument ‘voorzieningenniveau’ geïntroduceerd. Met het voorzieningenniveau wordt de beschikbaarheid en verdeling van zoetwater (grond- en oppervlaktewater) weergegeven in natte en in droge situaties. De provincie neemt in 2016 met de waterbeheerders het initiatief om dit instrument regionaal uit te werken in pilotgebieden, zoals Eiland van Schalkwijk. In het kader van de zoetwatervoorziening van West-Nederland wordt voor 2022 de Kleinschalige Wateraanvoer (KWA) uitgebreid en robuuster aangelegd. Voor de delen die in Utrecht liggen, zetten we in op het meekoppelen van kansen op het gebied van o.a. natuur, recreatie en waterveiligheid. In Programma 2 wordt ingegaan op de hiermee sterk verweven problematiek van bodemdaling.
Een belangrijke prioriteit is het aanpakken van verontreinigde ondergrond. Samen met medeoverheden is in 2015 het Convenant Bodem en Ondergrond opgesteld. Hierin staan afspraken over de bodemsaneringsopgave en een verdere ontwikkeling naar een duurzaam en efficiënt beheer en gebruik van de bodem en ondergrond. Onze provinciale bodemsaneringsopgave werken wij uit in een nieuw Provinciaal Programma Uitvoering Convenant dat begin 2016 zal worden aangeboden aan de Staten. Onze focus ligt bij de aanpak van spoedlocaties, het afronden van lopende saneringsprojecten en het stimuleren van de aanpak van (nieuwe) verontreinigingen. Daarnaast werken wij aan de transitie van bodemsanering naar duurzaam bodemgebruik, bijvoorbeeld door inzet van gebiedsgericht grondwaterbeheer. In 2016 intensiveren we onze inzet om de drinkwatervoorziening te verduurzamen. Wij maken afspraken met Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van de provincie, onder andere over maatregelen om de toenemende drinkwatervraag op te vangen, om de bestaande waterwinningen robuuster te maken en om waterwinning sterker te positioneren in relatie tot zijn omgeving.
Voor het realiseren van een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving is het verbinden van ruimtelijke ordening en milieu belangrijk. Onze aandacht richt zich in eerste instantie op het stedelijk gebied omdat daar de gezonde leefomgeving het meeste onder druk staat. Wij zetten ons in om samen met partners gezondheidsknelpunten in het stedelijk gebied op te lossen en te voorkomen. Via binnenstedelijke scans brengen wij de binnenstedelijke kwaliteit in beeld en zoeken naar maatregelen voor een gezonde leefomgeving. Wij denken daarbij ook aan innovatieve financieringsconstructies, bijvoorbeeld in de vorm van health deals met ziektekostenverzekeraars. Wij werken samen met de Economic Board Utrecht (EBU) en het kenniscentrum Healthy Urban Living (KC HUL). Omdat het vaak om complexe vraagstukken gaat, brengen wij expertise in over gezonde leefomgeving bij binnenstedelijke ontwikkeling.