Herijking provinciaal ruimtelijk beleid
Integrale benadering binnenstedelijke ontwikkeling
Ruimtelijke ontwikkeling met gemeenten
Gebiedsontwikkeling met partners
In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) staat wat wij de komende jaren samen met onze partners willen bereiken op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV) staan de regels waar vooral de gemeenten zich bij het maken van bestemmingsplannen aan moeten houden. Zowel de PRS als de PRV gaan wij herijken. Onder andere stedelijke programma’s en nieuwe ruimtelijke vraagstukken, zoals energietransitie, nemen we kritisch onder de loep. Ook nemen wij ervaringen uit het verleden, recente maatschappelijke ontwikkelingen en ideeën van partijen mee. Het proces richten we op een vernieuwende manier in, in nauwe samenwerking met gemeenten, maatschappelijke organisaties, andere partners en belanghebbenden. Het is de bedoeling om de vernieuwde PRS/PRV in 2017/2018 beleidsneutraal te vertalen naar één integrale Omgevingsvisie en één Omgevingsverordening, zoals bedoeld in de concept-Omgevingswet. De realisatie van het provinciale ruimtelijk beleid intensiveren wij langs de volgende lijnen:
Het versterken van de samenwerking tussen provincie en gemeente door per gemeente gezamenlijk een Ruimtelijke Agenda op te stellen; Het stimuleren van innovaties in samenwerking met onze partners met het Ruimtelijk Actieprogramma (RAP 2016-2019). Dit ‘innovatieprogramma’ heeft als elementen: durven experimenteren, integraal aanpakken en vernieuwend samenwerken; Het oppakken van gebiedsontwikkeling door meerdere provinciale belangen met elkaar te verbinden via het Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma (IGP, 2012-2019).
Het realiseren van binnenstedelijke woningbouw is vaak een complexe opgave. Wij hebben goede resultaten bereikt door in ons Programma Wonen en Binnenstedelijke ontwikkeling nauw samen te werken met partners zoals gemeenten, corporaties, ontwikkelaars, financiers en initiatiefgroepen. Wij zetten dit programma voort en geven daarmee een verdere impuls aan vernieuwing van de woningmarkt, door kennisdeling en netwerkopbouw. Hierbij besteden wij ook aandacht aan leefbaarheid, duurzaamheid, energiebesparing en bereikbaarheid. Deze opgave vraagt maatwerk en inzet van diverse (financiële) instrumenten, zoals garantstellingen. De Kadernota Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling herijken en verbreden we naar een meer geïntegreerde aanpak van de binnenstedelijke ontwikkeling (kantoren, leefomgeving etc.). Na de herijking starten we een Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijke Ontwikkeling. Bij de uitvoering, van ons binnenstedelijk beleid en bij transformaties van leegstaand vastgoed sturen wij zoveel mogelijk op het benutten van kansen die openbaarvervoersverbindingen bieden. In het proces sluiten wij aan bij de ambities van Agenda Stad, een samenwerking tussen Rijk, steden en stakeholders om groei, innovatie en leefbaarheid van Nederlandse steden te versterken. Wij voeren in 2016 de volgende langer lopende gebiedsprocessen uit: Wijk bij Duurstede (o.a. herontwikkeling drie kerngebieden), Nieuwegein (o.a. gebied Rijnhuizen), Houten (o.a. gebied De Slinger), Veenendaal (o.a. gebied stationskwartier en Brouwerspoort), Utrecht (o.a. gebied Merwedekanaalzone) en Amersfoort (o.a. gebied Oliemolenkwartier).
Gemeenten zijn bij de realisatie van provinciaal ruimtelijk beleid onze belangrijkste partner. Wij willen met gemeenten via vroegtijdig overleg en gezamenlijke uitvoering gemeenschappelijke doelen en ambities zoveel mogelijk realiseren. Steeds vaker zijn voor ruimtelijke ontwikkeling initiatieven uit de markt en dus ook andere partners betrokken. In dit proces zijn onze rollen vooral verbindend en faciliterend. De Ruimtelijke Agenda’s, die naar verwachting eind 2015 met alle Utrechtse gemeenten zijn ondertekend, vormen de basis voor het realiseren van ontwikkelopgaven. Naast het verbinden van provinciaal beleid met dat van gemeenten blijven wij aandacht besteden aan het continu actualiseren van gemeenschappelijke beleidswensen.
In 2016 versterken wij de focus van het IGP 2012-2019 en actualiseren wij de daarbij behorende projectenlijst. Als voorbeeld van een nieuwe manier van samenwerken geldt het project Utrecht-Oost/Sciencepark. Een brede coalitie van overheden, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties is in 2013 een proces gestart om de potentie van het gebied nóg beter te benutten. Uitdaging is het versterken van de potentie van het sciencepark en wijdere omgeving zonder dat de kwaliteit van het gebied in de verdrukking komt. Dit laatste is een voorwaarde om als de regio ook op lange termijn aantrekkelijk te zijn als vestigingsplaats voor hoogwaardige (internationale) bedrijven en instellingen. In deze dynamische omgeving, met toenemende stedelijke en infrastructurele druk, blijft investeren in een stevige groene contramal nodig. Het is belangrijk de gebiedskwaliteit te verbeteren. Door de kwaliteit van de landgoederen en de Heuvelrug te verbinden met de dynamiek van de stad, ontstaat in Utrecht-oost een ‘area of excellence’. Wij dragen bij aan deze ontwikkeling door onder andere ons ruimtelijk en landschappelijk beleid af te stemmen, door het Utrecht Science Park te steunen en door intensief te werken met partners aan het verbeteren van de bereikbaarheid.